1. Bereid de objecten die het vulgebied omringen voor op een gesloten contour. De contour moet zo worden afgesloten dat de ene object met de andere is verbonden, zoals rechts in dit voorbeeld wordt getoond:
  2. Selecteer de te vullen contour(s). Let erop dat eilanden binnen contouren zijn uitgekomen als ze niet zijn geselecteerd:
  3. Start de arcering functie.
  4. Er verschijnt een dialoogvenster voor de arcering opties. Kies een arcering patroon, schaalfactor en een rotatiehoek voor het patroon. Als u het object wilt vullen met een effen kleur in plaats van met een patroon, schakelt u het vakje 'Inkleuring' in.
  5. Klik op 'OK' om verder te gaan. Afhankelijk van de complexiteit van de contour en de schaalfactor van het gekozen patroon kan het enige tijd duren tot het maken van het arcering.