1. Start dit functie wanneer u een punt moet specificeren en u dit wilt doen door een polaire coördinaat in te voeren.
  2. Voer de polaire coördinaat (straal en hoek) in de opties werkbalk in en kies of het een absolute coördinaat of een relatieve coördinaat is (ten opzichte van het relatieve nulpunt).
  3. Klik op de knop OK of druk op Enter om de invoer te bevestigen en de coördinaat in te stellen: